Manoeuvres

Wanneer je van koers wilt veranderen tijdens het surfen heb je twee mogelijkheden, of je gaat scherper aan de wind varen (oploeven, met je neus richting de wind) of je gaat ruimer aan de wind varen (afvallen, met je neus van de wind af).

Overstag gaan

Hoe meer je oploeft, hoe scherper je aan de wind gaat varen, hoe dichter je bij de 'no go- zone' komt (zie vaarrichtingen). Uiteindelijk kun je niet verder oploeven en moet je overstag gaan. 

Bij het overstag gaan draait de voorkant van je board naar de wind toe en loop je zelf om de mast heen, eveneens aan de voorkant van je board. Wat belangrijk is is dat je zo min mogelijk stappen maakt tijdens het overstag gaan om zodoende je stabiliteit te houden. (Hoe meer je loopt, des te wiebeliger het wordt op je surfplank). 

Uitvoering

Vaar een halvewindse koers, beweeg vervolgens je mast naar achteren, en hou druk in het zeil. Je hebt nu 2 mogelijkheden: of je pakt de mast vast onder de giek met je masthand, of je blijft de giek vasthouden. Zet je voorste voet om de mast heen met de tenen wijzend naar de achterkant van het board, Zo kun je gemakkelijker omstappen. Wacht nu tot het board helemaal door de wind is gedraaid (je merkt dit vanzelf als het zeil tegen je scheenbeen komt). Dan is het tijd om om te stappen, doe dit in het begin niet te snel. Zet eerst je achterste voet achter de voorste voet, daarna zet je je voorste voet aan de andere kant van het board. Als je weer goed staat, dan beweeg je het tuig (mast + zeil) naar voren.

Gijpen

Hoe meer je afvalt, hoe ruimer je aan de wind gaat varen, totdat je uiteindelijk volledig voor de wind vaart (zie vaarrichtingen). Wanneer je nu nog verder wilt draaien moet je een gijp uitvoeren.

Bij het gijpen draait de voorkant van je board van de wind af en blijf je op je plaats staan, wel doe je een voetwissel. Het zeil zal van zijde wisselen. Je laat het zeil los met je zeilhand, het zeil zal gaan draaien. Vervolgens neem je met je vrije hand kruislings over je masthand de giek aan de andere zijde van de mast vast. Daarna laat je de oorspronkelijke masthand los, deze hand wordt nu de zeilhand en daarmee pak je de giek weer vast.